Scholingsplicht voor werkgevers gaat verder dan u denkt

2M5A3157

Een algemene opvatting over de scholing van werknemers is dat de werkgever hiervoor een ‘zekere verantwoordelijkheid’ heeft. En dit was tot 1 juli 2015 ook het geval. Een scholingsplicht van de werkgever werd toen vaak gebaseerd op de norm van het goed werkgeverschap. Per 1 juli 2015 is de scholingsplicht van de werkgever expliciet opgenomen in de wet. Wat houdt deze scholingsverplichting eigenlijk in?

Scholingsplicht sinds 2015 expliciet in de wet

Werkgevers hebben sinds 1 juli 2015 de volgende wettelijk plicht: ‘de werknemer in staat stellen scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie en, voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden verlangd, voor het voortzetten van de arbeidsovereenkomst indien de functie van de werknemer komt te vervallen of hij niet langer in staat is deze te vervullen.’ De Wet werk en zekerheid (WWZ) maakt een onderscheid tussen verschillende typen scholing:

  • Scholing die noodzakelijk is voor de uitoefening van de huidige functie van de werknemer. Denk hierbij aan een verplichte EHBO-cursus in de zorgsector of de opleidingspunten die een advocaat jaarlijks moet behalen.
  • Scholing die noodzakelijk is voor het voortzetten van de arbeidsovereenkomst als de huidige functie komt te vervallen. Dit wordt ook wel arbeidsmarktgerichte scholing genoemd. Hieronder valt ook scholing voor het geval de werknemer niet langer in staat is om zijn functie uit te oefenen binnen de daarvoor gestelde normen of criteria. Denk hierbij aan een arbeidsongeschikte werknemer die bijscholing nodig heeft in verband met zijn ongeschiktheid.

Arbeidsmarktgerichte scholing voor ander werk binnen uw organisatie is alleen verplicht als dit in redelijkheid van uw organisatie is te verlangen. Wat redelijk is, hangt af van verschillende factoren, zoals de kosten en de duur van een bepaalde cursus of opleiding. Let op: arbeidsmarktgerichte scholing voor werk buiten uw organisatie valt buiten de scholingsplicht.

Scholing speelt belangrijke rol bij ontslag

Het niet aanbieden van scholing kan consequenties hebben. Zo heeft uw organisatie in een ontslagsituatie wegens bedrijfseconomische redenen – zoals bij een reorganisatie – ook de plicht om scholing aan een werknemer aan te bieden. Uw organisatie moet dan aan de scholingsplicht voldoen voordat de functie komt te vervallen. Ook een werknemer die niet (meer) aan de functie-eisen voldoet, kan uw organisatie pas ontslaan als er sprake was van voldoende scholing. Als blijkt dat het disfunctioneren samenhangt met een gebrek aan kansen om scholing te volgen, kan de rechter een verzoek tot contractontbinding afwijzen. Ga dus na in hoeverre er voor de functies van werknemers (wettelijke) verplichtingen gelden op het gebied van opleiding en diploma’s. Biedt ook periodieke bijscholing aan, zodat werknemers naar behoren kunnen blijven presteren.