Nieuw opleidingskeurmerk in afrondende fase

Schermafbeelding 2025 09 22 114431

Wie in Nederland tandartsassistent wil worden, hoeft daar formeel geen opleiding voor te volgen. “Dat realiseert niet iedereen zich,” zegt tandarts Erik van Groen. Hij is lid van de projectgroep die het keurmerk heeft ontwikkeld en voorzitter van de KNMT-commissie opleidingen. “Je kunt in principe zonder diploma aan de slag.” In de praktijk hebben steeds meer assistenten wel een opleiding maar de variatie daarin is groot: van korte particuliere trajecten tot mbo-opleidingen van drie jaar. 

Die variatie leidde tot toenemende vragen van KNMT-leden. Werkgevers vroegen zich af: ik wil wel scholing aanbieden, maar welke opleiding moet ik aanbieden? Hoe weet ik zeker dat ik iemand naar een goed opleidingsinstituut stuur? “Ze zagen door de bomen het bos niet meer”, vertelt Van Groen. “Tegelijkertijd verlangt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dat tandartsen aantoonbaar kunnen maken dat hun medewerkers voldoende bekwaam zijn. Daarom hebben we gezegd: laten we die aantoonbare kwaliteit eens gaan vormgeven, want het is echt iets waar behoefte aan is. Volg je straks een opleiding met ons kwaliteitskeurmerk, dan weet je zeker dat je aantoonbaar bekwaam bent. ”Het antwoord daarop is het ABC Mondzorgassistenten: een kwaliteitskeurmerk voor particuliere opleidingen van tandartsassistenten. ABC staat voor:

Profielen
Van Groen: “Het keurmerk legt objectief vast wat een opleiding moet bieden en welke competenties een afgestudeerde
moet beheersen.” De basis wordt gevormd door een beroepscompetentieprofiel, waarin precies is uitgewerkt wat de functie van tandartsassistent inhoudt. Daaruit zijn uiteindelijk kwalificatieprofielen ontwikkeld die beschrijven wat iemand moet kennen en kunnen en welke vaardigheden en houding bij ieder niveau horen. “Voor mbo-opleidingen wordt dat profiel door de overheid vastgesteld, voor particuliere opleidingen was er tot nu toe geen eenduidig kader. Met het ABC Mondzorgassistenten kunnen we eindelijk zeggen: dit is de standaard waaraan je als opleiding moet voldoen. Het geeft houvast voor studenten, werkgevers én toezichthouders. De boekjes waarin de profielen en alle bijbehorende competenties zijn uitgeschreven, zijn gepubliceerd op www.knmt.nl/abc.” 

De drie niveaus maken carrièreperspectief en doorstroming mogelijk. “Door het onderscheid in A, B en C is voor iedereen helder wat een mondzorgassistent mag en kan,” zegt Van Groen. “Het geeft bovendien ontwikkelmogelijkheden. Je kunt als A instromen en later doorgroeien naar B en C. Voor de opleider zelf heeft het ook voordelen: het gebeurde soms dat iemand instroomt in B of C maar de basiskennis niet op orde had. Dan kan het heel lastig zijn om iemand goed op te leiden. Als straks mensen eerst met de A-opleiding gaan starten – en de basis dus bij diplomering op orde hebben – heb je dat probleem niet meer.”

Hoe opleidingen worden erkend
Opleidingsinstituten die een branche-erkende opleiding willen aanbieden, moeten hun programma laten toetsen. Daarvoor is een onafhankelijke organisatie aangewezen: Certiforce. Die beoordeelt of de instelling voldoet aan de kwalificatieprofielen en kwaliteitscriteria die de KNMT samen met het veld heeft vastgesteld. “Dat betekent onder meer dat docenten gekwalificeerd moeten zijn. Het zijn bijvoorbeeld ervaren assistenten, mondhygiënisten of tandartsen. En ook zaken als de duur van de opleiding staan omschreven. Een aantal bedrijven zit nu in het proces van aanmelding. Dat houdt concreet in dat ze informatie krijgen en stukken moeten uploaden, zoals de kwalificaties van personeel en de opleidingsmatrix. Certiforce gaat dan kijken of een en ander voldoende is en zal de instelling ook nog visiteren.”

Openbaar register
Het Register Mondzorgassistenten wordt het centrale punt waar branche-erkende opleidingen en afgestudeerde assistenten geregistreerd zijn. Werkgevers kunnen daar onder meer nagaan welke instellingen gecertificeerd zijn en of een sollicitant daadwerkelijk een branche-erkend diploma heeft behaald. Iedereen, ook de inspectie, kan het register raadplegen. Volgens Van Groen vergroot dit de transparantie aanzienlijk: “Iedereen kan straks zien: deze assistent heeft zijn opleiding bij een gecertificeerde instelling gevolgd. Dat geeft zekerheid en voorkomt discussies. Zo hebben we iets gemaakt waarmee je de gevraagde kwaliteit kunt aantonen.”

Examinering
Een belangrijk onderdeel van het keurmerk is de examinering. Die wordt niet aan de opleidingsinstelling zelf overgelaten, maar is onafhankelijk georganiseerd. Voor de A-opleiding geldt dat er straks een landelijk theoretisch examen wordt afgenomen. Dat kan op meerdere locaties. Het praktijkexamen vindt plaats bij de opleidingsinstelling, maar altijd met een externe examinator – uitgevaardigd door het register – naast de eigen docent: het vierogenprincipe. Voor de organisatie van deze examinering is aangesloten bij het Consortium Beroepsonderwijs dat ook de herregistratie van BIG-verpleegkundigen verzorgt. “Zo borgen we dat de kwaliteit gelijkwaardig is aan wat men in het mbo gewend is,” licht Van Groen toe. “Voor de B- en C- opleiding verzorgt de opleider de examinering zelf met een gecommitteerde vanuit het register.” Het keurmerk is nog altijd in ontwikkeling. Zo wordt de examinering nu nog verder uitgewerkt.

Eerste kwartaal 2026
Uitgangspunt is dat het keurmerk in het eerste kwartaal van 2026 officieel van start gaat. Voor assistenten die op dat moment al in de mondzorg werken (en een arbeidsovereenkomst hebben) geldt een overgangsregeling: zij hoeven geen diploma meer te behalen. Van nieuwe instromers wordt verwacht dat zij ofwel een mbo-4-diploma Tandartsassistent hebben gevolgd, ofwel een branche-erkende A-opleiding of daarvoor in opleiding zijn. “Degenen die onze A-opleiding gaan volgen, zullen met name mensen zijn die bijvoorbeeld al enige tijd hebben gewerkt en willen overstappen naar een baan in de mondzorg. En dit komt goed van pas want er is een behoorlijk tekort aan assistenten.”

Meerwaarde
Wat levert dit alles concreet op voor tandartsen? Allereerst zekerheid dat een assistent vakbekwaam is en voldoet aan de beroepscompetenties die de branche noodzakelijk acht. Daarnaast is er meer duidelijkheid in de wirwar van particuliere cursussen en opleidingen. “Het belangrijkste voordeel,” aldus Van Groen, “is dat we met betrokkenen uit het
veld hebben gekeken wat een tandartsassistent moet kennen en kunnen.”

Lang proces
Het traject naar het keurmerk is een lang proces geweest met intensieve betrokkenheid vanuit de hele branche. Er is
bepaald niet over één nacht ijs gegaan, stelt Van Groen. De projectgroep van de KNMT werkte samen met de commissie
Opleidingen waarin tandartsen, een orthodontist en een kaakchirurg zitting hebben. Daarnaast waren mensen van het huidige register betrokken, maar denk ook aan assistenten en mondhygiënisten die naar specifieke hoofdstukken hebben gekeken. “We consulteren breed en pakken mee wat we horen”, vertelt Van Groen. “De boekjes die we hebben gemaakt, zijn ook verspreid onder bijvoorbeeld Regionale Opleidings Centra (ROC’s) en de ledenraad van de KNMT.”

Betere mondzorg
Het uiteindelijke doel van het keurmerk gaat verder dan de opleidingen zelf. Natuurlijk: het is een grote opbrengst dat iedereen vanaf nu weet dat je bekwaam bent als je een gecertificeerde opleiding hebt gevolgd. Maar het draait ook om de kwaliteit van de mondzorg. Goed opgeleide assistenten zorgen voor betere ondersteuning in de praktijk, meer efficiëntie en bovenal betere zorg voor de patiënt. Van Groen benadrukt: “Patiënten hebben hier uiteindelijk ook baat bij. Met het ABC-systeem vergroten we de kwaliteit van de mondzorg, en dat is waar het om draait.” Z en C. Voor de opleider zelf heeft het ook voordelen: het gebeurde soms dat iemand instroomt in B of C maar de basiskennis niet op orde had. Dan kan het heel lastig zijn om iemand goed op te leiden. Als straks mensen eerst met de A-opleiding gaan starten – en de basis dus bij diplomering op orde hebben – heb je dat probleem niet meer.”

Bron: NT Dentz