Bron: Dit artikel is overgenomen uit De Tandartsassistent
Een gezond parodontium is de basis van een gezond gebit. En een gezond gebit is van levensbelang. Niet alleen omdat je het nodig hebt om te kauwen en het je uiterlijk bepaalt, maar ook omdat het van invloed is op de gezondheid van de rest van het lichaam. Daarom vinden hoogleraar Parodontologie Fridus van der Weijden en mondhygiënist Marion Seuntjens parodontologie de mooiste differentiatie die er is. En omdat voorkomen altijd beter is dan genezen, spelen preventieassistenten een belangrijke rol binnen de parodontologie. Speciaal voor hen ontwikkelden Van der Weijden en Seuntjens dit nascholingsprogramma voor AccreDidact Preventieassistent.
Van der Weijden studeert in 1984 af als tandarts. “Tijdens mijn opleiding kwam ik er al snel achter dat alle restauratieve en prothetische zorg die je uitvoert aan tanden en kiezen staat of valt met of het parodontium gezond is. Daar wilde ik me op richten.” Hij volgt de opleiding parodontologie, richt de Paro Praktijk Utrecht op en doet als hoogleraar vanuit ACTA veel onderzoek op het gebied van mondverzorging en parodontale therapie. Seuntjens is sinds 1987 mondhygiëniste. In 1993 start ze haar eigen praktijk en rond diezelfde tijd is ze betrokken bij de allereerste cursus voor preventieassistenten, op initiatief van de KNMT. Ook is ze al jarenlang bestuurslid van het Register Preventieassistenten. “Voordat ik begon met de opleiding tot mondhygiëniste heb ik de PABO gedaan. Ik vind onderwijs heel belangrijk en ik zet me ervoor in dat preventieassistenten in Nederland goed opgeleid worden. Er zijn veel organisaties die opleidingen aanbieden en het is mooi om te zien dat ze er allemaal hun eigen draai aan geven, maar de basis moet goed zijn. Overal.”
Dicht bij de patiënt
Zo’n elf procent van de wereldbevolking lijdt aan ernstige parodontitis. Daarmee is het de zesde meest voorkomende aandoening ter wereld. Omdat parodontitis voorafgegaan wordt door gingivitis, is het belangrijk dat mensen weten hoe ze deze ontsteking van het tandvlees kunnen voorkomen. “Daar heeft bijna iedereen professionele hulp en begeleiding bij nodig,” vertelt Van der Weijden. “En daarin is de preventieassistent ontzettend waardevol,” voegt Seuntjens toe. “Deels omdat zij ervoor zorgen dat patiënten met een schone mond weer naar huis gaan door plaque en tandsteen te verwijderen. Maar vooral omdat preventieassistenten begeleiding bieden. Door de tijd te nemen om instructies te geven, weten patiënten hoe ze er zelf thuis mee aan de slag kunnen gaan. En het is een groot voordeel dat assistenten meestal goed contact hebben met patiënten. Zij kunnen hen echt bereiken, vaak zelfs beter dan de tandarts. Ze staan namelijk dichter bij de patiënt, waardoor mensen eerder iets van hen aannemen. Een gepassioneerde assistent kan dus heel veel betekenen voor de mondgezondheid van een patiënt, al helemaal als het gaat om preventie.”
Zelfzorg in het zorgplan
Vroeger was er veel minder aandacht voor de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt. “Het was heel gebruikelijk dat de tandarts tegen een patiënt zei dat hij elke drie maanden langs moest komen om zijn gebit te laten reinigen. Dan zou het wel goed komen. Nu we steeds vaker met een zorgplan werken, krijgt de patiënt zelf ook verantwoordelijkheid voor zijn eigen gebit,” vertelt Van der Weijden. Sinds een aantal jaren is het steeds gebruikelijker om voor iedere patiënt een zorgdoel te formuleren. In het zorgplan dat opgesteld wordt, staat hoe de patiënt en de mondzorgprofessionals samen dat doel kunnen bereiken en behouden. “Een zorgdoel kan bijvoorbeeld zijn dat een patiënt de komende vijf jaar al zijn tanden en kiezen wil behouden. In zijn zorgplan staat dat hij elk jaar bij de tandarts komt om te controleren of hij gaatjes heeft en dat de preventieassistent elk halfjaar het gebit reinigt. Maar in dat zorgplan zijn óók taken voor de patiënt zelf opgenomen. We leggen de patiënt uit dat wij hem ondersteunen, maar dat als hij zijn eigen taken niet uitvoert, hij het zorgdoel ook niet gaat halen.” Deze zelfzorg is van groot belang. Van der Weijden: “Zelfzorg omvat alles wat de patiënt doet om goed voor zijn eigen gebit te zorgen. Dat is poetsen en interdentaal reinigen, maar het kan bijvoorbeeld ook betekenen dat iemand stopt met roken of minder zoetigheid eet.”
Passende begeleiding
De preventieassistent is eigenlijk een coach die patiënten ondersteunt in de zelfzorg. Maar hoe doe je dat? “Dat kan best lastig zijn,” vindt Seuntjens. “We weten steeds beter hoe je goed met een patiënt kan communiceren. Simpelweg zeggen dat de patiënt iets moet doen, werkt niet. Uitleggen waarom hij dat moet doen, is voor de meeste patiënten ook nog steeds geen reden om het dan maar te gaan doen. Je moet echt per patiënt op zoek gaan naar een methode die bij hem of haar past. Wat kun je doen om zijn of haar gedrag te veranderen?”
Als wetenschapper duikt Van der Weijden graag de literatuur in om te lezen wat onderzoek heeft uitgewezen. “Het blijkt bijvoorbeeld dat mensen tandenpoetsen onder de douche vaak een stuk leuker vinden dan gewoon tandenpoetsen. Als iemand het dus lastig vindt om elke dag een moment te vinden om zijn gebit te reinigen, kun je vragen of hij het wel eens onder de douche heeft geprobeerd. En als mensen moeite hebben met interdentaal reinigen, stel ik voor om te proberen in de auto tandenstokers te gebruiken. Zo ga je bij iedereen op zoek naar een manier om goede zelfzorg uit te voeren die aansluit bij wat een patiënt kan en wil.” Seuntjens stemt ook per patiënt haar verwachtingen af. “Natuurlijk wil ik het liefst dat iedereen een dikke tien haalt. Maar het mag ook gevierd worden als het een patiënt die nooit interdentaal reinigde lukt om toch een paar keer per week te stokeren. Dan is er een stijgende lijn. Als ik dan zie dat er nog best wat plaque en tandsteen zit, maar de pockets wel minder diep geworden zijn of het tandvlees minder bloedt, ben ik al hartstikke blij. En dat deel ik ook met de patiënt. Vaak beginnen patiënten helemaal te stralen als je zegt dat ze het geweldig hebben gedaan. Ze doen hun best en dat mag beloond worden. Zo kom je elke keer een stapje verder.”
Drie tips van Marion Seuntjens
- Houd jezelf altijd scherp door vragen te stellen, zoals: waarom doe ik het zo? En help ik hiermee de patiënt
- Bekijk de doelen van de preventieopleiding en blijf daarin bijscholen
- Verbind je met andere assistenten. Zoek elkaar op en leer van elkaar.
Over Fridus van der Weijden en Marion Seuntjens
Fridus van der Weijden studeert in 1984 af als tandarts. “Tijdens mijn opleiding kwam ik er al snel achter dat alle restauratieve en prothetische zorg die je uitvoert aan tanden en kiezen staat of valt met of het parodontium gezond is. Daar wilde ik me dus op richten.” Hij volgt de opleiding parodontologie, richt de Paro Praktijk Utrecht op en doet als hoogleraar bij ACTA veel onderzoek op het gebied van mondverzorging en parodontale therapie.
Marion Seuntjens is sinds 1987 mondhygiënist. In 1993 start ze haar eigen praktijk en rond diezelfde tijd is ze betrokken bij de allereerste cursus voor preventieassistenten, op initiatief van de KNMT. Ook is ze al jarenlang bestuurslid van het Register Preventieassistenten. “Voordat ik begon met de opleiding tot mondhygiënist heb ik de PABO gedaan. Ik vind onderwijs heel belangrijk en zet me ervoor in dat preventieassistenten in Nederland goed opgeleid worden. Er zijn veel organisaties die opleidingen aanbieden en het is mooi om te zien dat ze er allemaal hun eigen draai aan geven, maar de basis moet goed zijn. Overal.”
Bron: Dit artikel is overgenomen uit De Tandartsassistent